Dojo Etiquette


Hier lees je over de juiste omgangsvormen in de dojo. Hoe zat het ook alweer met dat groeten aan het begin en einde van de les? En hoe maak je een goede knoop in je band? Hier krijg je antwoord op al die vragen.

Respect
Jiu-Jitsu wordt beoefend met in achtneming van elkaars veiligheid en welbevinden. Dit betekent dat technieken waarbij misschien blessures kunnen ontstaan of pijn kunnen veroorzaken altijd met de nodige voorzichtigheid worden uitgevoerd. Jiu-Jitsuka’s die al wat langer hebben getraind doen dit als het ware automatisch.
De basis hiervoor is respect. Respect voor de partners, voor de leraar en voor de sport. Alleen als dit respect aanwezig is kan een Jiu-Jitsuka trainen in een plezierige, veilige omgeving. Geoefende Jiu-Jitsuka’s zijn zich hiervan terdege bewust. Een belangrijk onderdeel van dit respect is de hier beschreven Dojo-etiquette.

Het groeten
De uiterlijke vorm van de etiquette dient zich aan als groeten in verschillende situaties en het correct omgaan met elkaar. Op Oosterse wijze wordt gegroet met een buiging naar elkaar. Dit buigen kan vanuit een staande positie (Ritsu-Rei) en in een geknielde positie (Za-Rei). Het groeten vindt plaats op verschillende momenten en heeft daarin een verschillende betekenis. Het groeten naar elkaar heeft niets te maken met onderdanigheid, het hoeft ook geen religieuze betekenis te hebben. Het is in eerste instantie een symbolische handeling waarmee respect en vriendschap wordt uitgedrukt. groet za-rei

Bij het binnen komen van de Dojo (oefenruimte)
Bij het betreden van de Dojo wordt staande gegroet (Ritsu-Rei). Het groeten bij het binnenkomen van de Dojo heeft als betekenis dat je hiermee aangeeft je te willen conformeren met de regels die binnen deze Dojo heersen. In de oosterse betekenis komt hier een religieuze aspect bij. De betekenis van een Dojo is tevens die van tempel waar in de sfeer van het Zen-Boedhisme het Budo (de weg van de krijgskunst) wordt beoefend.

In de traditionele Dojo bevindt zich dan ook een Kamiza, dit is de zetel van de goden. Hier bevinden zich ook de portretten van bijvoorbeeld de grondlegger van de betreffende stijl en grootmeesters uit het verleden en het heden. Een onderdeel van de etiquette in deze Dojo’s bestaat dan ook uit het groeten van deze Kamiza. Hiermee wordt respect voor getoond voor bron. Voorbeeld Kamiza

Het begin van de les
In de Dojo stellen de leerlingen zich op, de wijze van opstelling kan verschillen omdat dit ook te maken heeft met plaats van de Kamiza, de vorm van de Dojo, de grootte van de Dojo en het aantal leerlingen. In het algemeen stellen de leerlingen zich op in een lange rij (frontrij).
De leerlingen zorgen dat hun kleding netjes zit, de band op de juiste wijze is geknoopt, de jas er netjes is ingestopt. De leerlingen staan hierbij met hun voeten op een lijn en staan los van de muur. De handen armen hangen ontspannen langs het lichaam naar beneden, het hoofd wordt rechtop gehouden.

Op het commando van de leraar (Sensei) of een hoog gegradueerde leerling (Zempai) “Sei-Za” knielt iedereen. Eerst met het linkerbeen, dan met het rechterbeen, de tenen in de mat. Vervolgens worden de voeten plat neergelegd. De knieĆ«n zijn zo ver uit elkaar dat er precies twee vuisten tussen kunnen. De handen worden op de bovenbenen gelegd. Het hoofd wordt rechtop gehouden.

Op het commando “Mokuso” (uitspraak: moksoo) sluit iedereen de ogen en legt de handen met de handpalmen omhoog en de duimen tegen elkaar in de schoot. Belangrijk hierbij is dat je rechtop zit op een ontspannen wijze. Het hoofd wordt hierbij rechtop gehouden. De bedoeling van Mokuso is dat de leerling zich geestelijk voorbereidt op de les. Hij moet als het ware de dagelijkse beslommeringen achter zich laten en zijn gedachten richten op hetgeen gaat gebeuren in de Dojo. Hij moet zich openstellen voor hetgeen hij gaat doen in de les.
In de betekenis van het Zen-Boedhisme moet de leerling zijn geest “leegmaken”. Dit houdt in dat de leerling nergens meer aan denkt. Hij wordt niet meer gehinderd door emoties of gedachten die zijn handelen in de weg staan (Zan-Shin).
Voor de Westerse mens is dit moeilijk te vatten.

Voor de beginnende Jiu-Jitsuka is het dan ook een goed streven om in plaats van aan niets te denken, zich ergens anders op te concentreren, iets wat wel ver staat van de dagelijkse beslommeringen en wat rust geeft. Een voorbeeld hiervan kan zijn de gedachte aan het strand, de bergen waar de vakantie is doorgebracht.
Deze geestelijke warming-up duurt minimaal een minuut. De Sensei kondigt aan “Mokuso-Yame”, waarop de ogen worden geopend en de handen weer op de bovenbenen worden gelegd. Vervolgens wordt het commando “Sensei-Ni-Rei” (letterlijk “groet de leraar”) gegeven, hierop groeten de leerlingen en de leraar elkaar. Het groeten bestaat uit een voorwaartse buiging, waarbij de handen voor op de grond worden gelegd, de wijsvingers en de duimen tegen elkaar, zodanig dat een driehoek wordt gevormd. Dit groeten moet op rustige wijze geschieden.

Nadat iedereen zich weer heeft opgericht volgt het commando “Ki-Ritsu” hetgeen betekend dat iedereen weer moet gaan staan. Vanuit de geknielde positie moet dit als volgt uitgevoerd worden. De leerling zet de tenen weer in de mat en brengt eerst de rechterknie omhoog en daarna de linker en komt omhoog.
De les gaat nu beginnen.


Het werken met een partner
Veel oefeningen worden uitgevoerd met een partner. Veel oefeningen bestaan uit een aanvaller en een verdediger zodat verdedigingsvormen als het ware in een beheerst rollenspel geoefend kunnen worden. Over het algemeen zullen de partners beurtelings aanvaller en verdediger zijn.
Die rollen hebben een naam. Als iemand aanvaller is dan heet hij Uke, Uke is degene die de verdediging ondergaat. Degene die de verdediging op de aanval van Uke uitvoert is Tori.
De rol van Uke is dat hij aanvallen uitvoert op beheerste wijze, zonder dat hij Tori kan blesseren, ook niet als de verdediging niet zo goed wordt uitgevoerd. Uke ondergaat de verdediging van Tori op passieve wijze zodat Tori goed in staat is de verdediging uit te voeren. Tori let er op dat hij de verdediging rustig en beheerst uitvoert zonder dat Uke hierbij een blessure op kan lopen. Op een geven ogenblik wordt gewisseld van rol. Dit kan zijn na elke verdediging of na een aantal uitgevoerde verdedigingen. Dit wordt door de leraar bepaald.

Als de leraar aankondigt dat de leerlingen een partner moeten kiezen dan zoekt iedereen een partner op. Hij doet dit door naar een andere leerling een staande buiging te maken. Deze andere leerling mag nooit weigeren.
De betekenis van dit groeten is dat de leerling hiermee de andere leerling uitnodigt om moet hem te gaan oefenen. Hij geeft hiermee tevens aan dat hij bereidt is zich beschikbaar te stellen en dat hij op een beheerste respectabele wijze zal omgaan met zijn partner.

Belangrijk is dat iedereen met iedereen traint, dit stimuleert de eensgezindheid in de groep. De leraar moet er dan ook op toezien dat vaak van partner wordt gewisseld. Dit partner wisselen is ook belangrijk voor het leerproces. Als altijd met dezelfde partner wordt gewerkt raken de leerlingen op elkaar ingesteld en dit gaat ten koste van de zelfverdedigingswaarde van de handeling.
Als de leraar de les stopt of aankondigt dat van partner gewisseld moet worden, groeten de leerlingen weer naar elkaar, de betekenis hiervan hier dat beide elkaar bedanken.


Het einde van de les
Aan het einde van de les wordt ook weer gegroet op dezelfde wijze als aan het begin van de les. De leraar kondigt het einde van de les aan door in de handen te klappen en hierbij te annonceren Sore-Made (letterlijk: “tot hiertoe”).
De leerlingen stellen zich weer op in een rij. De Sensei of de Zempai geeft vervolgens het commando “Sei-Za”, waarop iedereen knielt.

Ook aan het einde van de les wordt de geest weer ontspannen door “Mokuso”. De betekenis hier is dat de leerling de les geestelijk losmaakt en zich ontspant (mentale cooling down). Na “Mokuso-Yame” wordt geknield gegroet op het commando “Sensei-Ni-rei”. Vervolgens wordt het commando “Ki-Ritsu” gegeven.
Als er een Zempai (hoog gegradueerde leerling) aanwezig is dan zal hij de leraar bedanken door de tekst “Domo-Arigato-Gozaimasu (O) Sensei” uit te spreken. De leraar buigt staande naar de Zempai om hem voor deze woorden te bedanken en de Zempai buigt terug.

Tot slot buigt de leraar staande naar de leerlingen om hen te bedanken voor de inzet, de leerlingen groeten op dezelfde wijze terug en verlaten de Dojo. Bij het verlaten van de Dojo wordt staande gegroet in de richting van de mat.


Share This: